De werkgelegenheid neemt toe, dat is goed nieuws, ook voor mbo-ers. Maar die groei vindt vooral plaats in flexbanen, niet in de vaste banen. En dat is een gegeven waarop mbo-ers moeten worden voorbereid.
De media maakten er op basis van CBS cijfers in augustus melding van. Het kabinet zou het graag anders zien maar de markt werkt in dit geval niet zozeer naar de wensen en de Wet Werk en zekerheid van een kabinet alswel vanuit een strategie om met het bedrijf de minste risico’s te lopen. Het mkb geeft het kabinet een veeg uit de pan vanwege een gefaald beleid. Inplaats dat ze meer vertrouwen hebben gekregen, zijn werkgevers huiveriger geworden om mensen in vaste dienst te nemen. Zolang dat beleid niet verandert, waar de oppositie en werkgevers op aandringen, zullen mbo-ers moeten worden voorbereid op de huidige situatie.
Mbo-ers moeten leren leven zonder zicht op baanvastheid, een maatschappelijke positie die decennialang vanzelfsprekend was. Een voordeel nu is dat de huidige conjunctuur, na jaren van economische mailaise, zich heeft hersteld en er redelijk goed voor staat. Geen baanvastheid maakt op tal van punten de wereld van verschil. Het aantal zzp-ers is sterk gestegen maar hun inkomen ligt gemiddeld beduidend lager dan vergelijkbare functies in vaste dienst. Wie geen baanvastheid kan aantonen heeft meer moeite leningen en hypotheken te krijgen. De na-oorlogse generatie kon nog profiteren van een leven lang in dienst bij een baas en een bijna grenzeloos vertrouwen van banken. Dat is voorbij. En dat heeft een stevige impact op de levensloop. De trend is naar meer eigen verantwoordelijkheid van het individu en naar eigen risico voor dat individu. Dat is een zware belasting. Natuurlijk biedt dat ook kansen en mogelijkheden maar juist daarop dient men zich goed voor te bereiden. Mbo-ers moeten leren waar de risico’s en waar de mogelijkheden leren. Dit vraagt om een nog beter contact en nog meer samenwerking met partijen in de samenleving waar he3t mbo voor opleidt. De mensen uit de praktijk dienen meer dan ooit betrokken te worden bij de opleidingen, zodat mbo-ers na hun afstuderen niet gedesoriënteerd in de samenleving komen te staan maar weten waar ze aan beginnen.