Alle eeuwen door zijn de Nederlanders uitgezwermd over heel de wereld, nu eens door economische, dan weer door politieke of godsdienstige oorzaken daartoe geleid. Een zekere ondernemingsgeest, een zekere trots ook liever een moeilijk maar eervol bestaan in den vreemde, dan armoede en afhankelijkheid in het eigen land, lagen aan deze uitzwerming ten grondslag.
Zo vond men reeds in de 9e eeuw, na de invallen der Noormannen, Friese nederzettingen in York, Sleeswijk, Birka (Zweden), Keulen, Mainz, Worms en elders. In de Ibe eeuw na-de komst van Alva, Calvinistische Nederlandse nederzettingen in Londen, Norwich, Kings Lynn bij de Washbay, Emden, Aken, Wezel, Keulen, Hannover, Frankenthal. Vele dezer nederzettingen zijn later weer verlopen, ofwel de landverhuizers zijn in de overige bevolking opgegaan. Van blijvende aard was de Noordhollandse nederzetting op het eiland Amager in Denemarken. Er waren volksplantingen in de 17e eeuw aan de Kaap, waar de kiem werd gelegd voor een blank Zuid-Afrika en in Noord-Amerika, waar Amsterdam werd gesticht, en Beverwijk in een kolonie Nieuw Nederland, thans New York en New Jersey geheten. Ook gaan onze gedachten uit naar Smyrna, naar Ceylon, naar Suriname en Curacao, naar Brazilie en elders.
Maar nergens vestigden de Nederlanders zich in groter getale dan in de Verenigde Staten van Amerika. Niet met tientallen of honderdtallen, neen met duizenden Nederlandse landverhuizers krijgt men hier te maken. Een ware uit-tocht in het midden der 19e eeuw, juist honderd jaar geleden. Wat waren de oorzaken van deze exodus? V66r alles de verschiilen betreffende de economische toestanden in het verarmde Europa en het njke Amerika. Men kan zich geen groter tegenstelling denken dan tussen de Oude Wereld in het begin der 19e eeuw, uitgeput door de Napoleontische oorlogen, verarmd ook door veeziekten, door mislukte oogsten, in het bijzonder van de aardappeloogst, in een tijd dat de aardappel reeds het volksvoedsel was geworden, en de toe-nemende welvaart in het jonge, bwisende Amerika, waar een ieder met ondernemingsgeest de toekomst toelachte.
Een uitstoten door Europa, een aantrekken door de Verenigde Staten. Er waren ook geestelijke motieven. De vrijheidsgedachten, oplevend in de dagen der Franse revolutie, zouden in de practijk worden gebracht, aldus de beloften der vorsten, als men deelnam aan de strijd tegen Napoleon. Bittere teleurstelling, want als de machtige keizer eenmaal verslagen is, worden de beloften vergeten en tracht men de toestanden van voor het Ancien Regime te herstellen. Als landvaders zullen de vorsten regeren, maar van de vrijheid komt voorlopig niets, noch op politiek noch op godsdienstig gebied. Duizenden Engelsen, Schotten, leren en Duitsers verlaten in allerijl teleurgesteld hun land en verhuizen naar de Nieuwe Wereld, waar dikwi'ls familieleden of kennissen hen wachten. Ook tal van Nederlanders, die de stroom van Duitse landverhuizers over hun land via Amsterdam en Rotterdam zagen vertrekken, volgden dit voorbeeld.
Inhoudsopgave