In de jaren 80 bedachten de Verenigde Staten het begrip "the Dutch disease". Het
stond voor de Nederlandse "eigenwijsheid" om zelf opvattingen erop na te willen
houden inzake kernbewapening en andere principiële onderwerpen.
Dit AO laat ons zien dat in de eerste helft van de vorige eeuw Holland (niet:
Nederland) werd gezien als een droomland, waarin welvaart gepaard ging aan
grote individuele vrijheid en - daaruit voortvloeiend - een opmerkelijke ruimdenkendheid.
Wij weten wel beter. Maar de Amerikanen koesterden hun "Holland
mania" en nadien de Oostenrijkers die een operette in Amsterdam situeerden,
gevolgd door de Spanjaarden die Volendam als plaats van handeling kozen.
Overigens betekent dit alles lang niet in alle gevallen een compliment voor ons
landje en bewijst het eerder en meer hoe zeer ons imago kon en kan worden verbeterd.
Niettemin zult u genieten van dit kostelijk AO, dat - onverwacht - eindigt met
Zuster Klivia ("Ja Schwester, Nein Schwester").
Inhoudsopgave
4 Holland en de operette: een reis in het land van de klinkende clichés
5 The Red Mill van Victor Herbert (1906)
8 Miss Hook of Holland van Paul Rubens en The Girls of Holland van Reginald De Koven (1907)
10 Die geschiedene Frau van Leo Fall (1908)
12 Molinos del viento van Pablo Luna (1910)
14 Les moulins qui chantent van Arthur van Oost (1911)
15 Lodoletta van Pietro Mascagni (1917) en Das Hollandweibchen van Emmerich Kálmán (1920)
17 Der Vetter aus Dingsda van Eduard Künneke (1921)
19 Il Paese dei Campanelli van Virgilio Ranzato (1923)
21 Tulip Time van Colin Wark (1935)
21 Das Hollandmädel van J.A. Hübler-Kahlas (1953)
22 Ja zuster, Nee zuster van Pieter Kramers (2002)